In Memoriam
Hoewel het ondertussen vijfendertig jaar geleden is dat Karl Kodat de grote ster van de Bosuil was, bleek bij zijn laatste bezoek ter gelegenheid van de thuismatch tegen Ronse in het seizoen 2009-2010 dat hij nog altijd immens populair was. Dat was ook niet te verwonderen, want Kodat was niets minder dan een levende legende. Niet alleen omdat hij zonder meer één van de geniaalste voetballers was die ooit in België speelden, maar ook omwille van zijn heel aparte persoonlijkheid.
Ondanks zijn onmiskenbare talent was Karl Kodat een laatbloeier. Hij speelde als jonge voetballer voor een klein Weens clubje, Alt Ottakring. Op zijn eenentwintig werd hij door de scouts van Austria Wien ontdekt, waar hij drie jaar zou spelen. Toen al stond Kodat bekend als een wat lastige jongen. Achteraf bekeken heeft hij inderdaad zijn beste periodes gekend onder trainers in wie hij vertrouwen had.
Eén van die trainers was Günter Praschak, die Kodat in 1967 naar Austria Salzburg haalde. Onder Praschak bloeide Karl pas helemaal open. Hij haalde in 1971 de nationale ploeg en hij beleefde één van zijn grotegloriemomenten in de interland Brazilië - Oostenrijk. Die was bedoeld als een huldewedstrijd voor de grote Pélé, maar voor honderdduizend stomverbaasde Brazilianen was de grote ster van het veld Karl Kodat, die na die wedstrijd, die overigens op 1-1 eindigde, in de Oostenrijkse pers de bijnaam "Blanke Parel" meekreeg.
In datzelfde jaar leidde Kodat Austria naar de tweede plaats in de Oostenrijkse competitie en hij werd topschutter met drieëntwintig doelpunten. Kodat werd een gegeerde voetballer. Ondermeer Ernst Happel, destijds trainer bij Feyenoord, wilde hem best wel inlijven. Maar toen Kodat te kennen gaf dat hij Oostenrijk wilde verlaten, ontving het clubbestuur zowaar een reeks dreigbrieven die represailles aankondigden als Austria haar grote ster zou laten vertrekken.
Dat Karl Kodat dus uitgerekend Antwerp koos om zijn carrière in het buitenland voort te zetten was een echte sensatie. Maar in zijn eerste seizoen op de Bosuil bleek al vlug dat het absoluut niet boterde tussen hem en de bazige trainer Pal Czernai. Kodat gaf een meesterlijk staaltje van zijn droge humor weg door op een dag met een hond op training te verschijnen. Hij had zijn hond Pal genoemd en elke keer als Czernai zijn spelers een opdracht gaf, blafte Kodat die door naar zijn hond: "Pal, schneller laufen!" Toen Kodat zijn contract met Antwerp sloot, gaf hij aan nog drie jaar te willen voetballen om nadien ergens in Oostenrijk een bakkerij te openen. In zijn beginjaren als voetballer had hij immers nog gewerkt als bakkersgast. Maar uiteindelijk bleef Kodat zes jaar op de Bosuil. En het is absoluut niet te verwonderen dat hij zijn allerbeste tijd beleefde toen de diplomatische Guy Thys trainer was van Antwerp. En toen hij zijn landgenoot Fred Riedl als schutter aan zijn zijde kreeg, deed het Oostenrijkse koningskoppel Antwerp uitgroeien tot één van de attractiefste ploegen in onze vaderlandse competitie.
Het was wel een bijzonder groot toeval dat de allereerste Europese wedstrijd die Kodat in 1974 voor Antwerp speelde uitgerekend tegen het Oostenrijkse Sturm Graz was. Graz had die zomer nog een poging ondernomen om Kodat van Antwerp over te kopen en zij kwamen als het ware met "een ei in de broek" naar de Bosuil. Terecht, zo bleek, want na een 2-1 zege voor Sturm in de heenwedstrijd, was het Kodat die met een magistraal vluchtschot Antwerp vroeg in de terugwedstrijd de kwalificatie bezorgde. In de volgende ronde werd Antwerp ten onrechte uitgeschakeld door Ajax, nadat de scheidsrechter in de slotfase een doelpunt van Riedl afkeurde wegens vermeend buitenspel.
In Europese wedstrijden bloeide Kodat werkelijk helemaal open. Zelfs in Engeland moesten ze dat ondervinden. Op 17 september 1975 rolde Kodat vrijwel in zijn eentje Aston Villa op met drie doelpunten in twaalf minuten. De Engelsen geloofden na de 4-1 in de heenwedstrijd nog in een mirakel, maar in de terugwedstrijd konden ze al na een kwartier de boeken toe doen, na een goal… natuurlijk van Karl Kodat.
Zijn toenmalige ploegmaats zullen ongetwijfeld honderden anekdotes onthouden hebben van de eigenzinnige Oostenrijker. Eéntje hebben we ter illustratie uit het Clubblad van vijfendertig jaar geleden gehaald. Na een avondwedstrijd tegen Cercle Brugge ging voorzitter Eddy Wauters zijn spelers opzoeken in de kleedkamer. Toen hij op een ogenblik tegen Kodat zei: "Ich gehe jetzt, weil ich morgen arbeiten muss", antwoordde Karl: "Sie, arbeiten?" "Jawohl", zei Wauters. "Was meinst du denn?" De verbaasde Kodat repliceerde; "Aber ein Bankdirector arbeitet doch nicht!" Waarop Wauters op zijn beurt verbaasd: "Nein? Was tut er dann?" En Kodat doodleuk: "Nur Unterschreiben".
Royal Antwerp Football Club wenst via deze weg haar gevoel van medeleven en diepste sympathie over te brengen aan de familie en kennisen van de clublegende.
05/03/2012 - Michel Schepers
|