Figeys was jarenlang doelman bij RSC Anderlechtois doch voor een groot deel doublure van Rie Meert. Anderlecht transfereerde in 1950 Marcel Decorte van Racing Club de Gand. In ruil kreeg de Gentse club vijf spelers cadeau: doelman Pierre Figeys, Arnold Vander Eecken, Jean Wijns, Pierre Erroelen en Michel Van Vaerenbergh. Later speelde Figeys nog voor Antwerp, waar hij in de zomer van 1956 een schouderblessure opliep. Hij trachtte te revalideren, maar dit mislukte. De schouderblessure kwam telkens terug. Mede hierdoor kreeg een jonge Wim Coremans de kans om zich te manifesteren tijdens het kampioenenjaar 1956-57.
Figeys startte in 1957 met de trainerscursus op de Heizel. Hij behaalde het diploma van professioneel oefenmeester op 18 juli 1958 en debuteerde als trainer bij Ternat en VG Oostende. In 1968 werd hij met Aalst kampioen in derde klasse maar "Den Eendracht" verspeelde de titel omdat de ploegafgevaardigde op het scheidsrechtersblad de namen van de reservekeeper en reserveveldspeler had verwisseld. Cercle Brugge diende daarvoor klacht in en pakte daardoor de promotie ipv Aalst. Figeys verdween wat op de achtergrond tot Jef Jurion en meepakte als hulptrainer naar Lokeren. Als assistent van Jurion belandde hij in het seizoen 1974-75 ook op de Freethiel waar hij zowat het kleurlooste seizoen uit de hele geschiedenis van KSK Beveren meemaakte. Na Beveren werd hij nog assistent van Jean Cornelis bij La Louvière. Uiteindelijk belandde hij terug bij Anderlecht waar hij jeugdscout werd en o.m. Walter Bassegio ontdekte. Figeys was directeur van een kantoor van de Generale Bank en speelde een belangrijke rol in het feit dat de bank (nu nog als Fortis) hoofdsponsor werd op Anderlecht.