Royal Antwerp FC nooit ontspannen in loopgravenoorlog
Deurne - Er is een voetbalprincipe dat zo stevig staat als een eik: men speelt inderdaad slechts zo goed als de tegenstander het toelaat. Die onbuigzame, grimmige tegenstander heette KSC Lokeren, dat zich in de eerste helft kon optrekken aan het feit dat Karl Kodat een paar uitstekende kansen niet kon verzilveren, bleek achteraf tot de tanden toe gewapend om de loopgravenoorlog met succes te voeren. De driekleurige brigade, bereid om voor elke bal en voor elke vierkante meter te vechten, werd de hele tweede helft in de verdrukking gespeeld, maar bleef tot het eindsignaal overeind. KSC Lokeren, dat de thuisploeg haast nooit ruimte liet, bleek geen zacht, maar een hard gekookte eitje.
Zonder topschutter Devrindt, overigens de eerste om na het eindsignaal zijn maats te feliciteren om hun energiek en soms heroïsch verweer, trad KSC Lokeren in een ongewone, maar uitermate defensieve veldbezetting aan. In deze 4-4-2 formatie was de mankracht duidelijk in de verdediging gegroepeerd. Tegen dit stug opzittend KSC Lokeren zijn de rood-witten er slechts tijdens het eerste half uur in geslaagd enkele kansen te creëren, die de wedstrijd een andere wending hadden kunnen geven. Nu kreeg de thuisploeg nooit de gelegenheid om ontspannen te spelen, met alle gevolgen vandien.
Karl Kodat, dit keer nooit in zijn aristocratische doen zoals tegen RSC Anderlecht, mede omdat Verschueren er bikkelhard tegenaan ging, miste een tweetal kansen, die aan de basis lagen van deze puntendeling. Na amper twee minuten had hij de gasten inderdaad uit hun tent kunnen lokken. Aangespeeld door Alfred Riedl, schoot hij echter tegen Hoogenboom aan. Na 25 minuten kregen de kijkers een Oostenrijks bisnummer. Karl Kodat schopte de bal naast de verste paal. Tussen al dat werk van Karl Kodat in, hadden de bezoekers die de ruimte bewust beperkt hielden, ook een portie geluk.
Een kei van Louis Pilot strandde op Velkeneers. Zelfs een blitzbombardement waarbij drie spelers beurtelings aanlegden, kon de kwieke Hoogenboom niet tot capitulatie dwingen. KSC Lokeren had niet alleen een stel stevige schildknapen, maar kon de thuisploeg ook door snelle uitbraken enerveren. Verheyen, De Koning en Puis probeerden de impuls te geven aan de tegenaanval, maar slechts kort voor de rust moest Jean Trappeniers voor het eerst een kogel van Tielemans wegduwen, zoals zijn overbuur ook wel enige moeite had gehad met een 25-meterschot van Alfred Riedl.
De arbitrage kon vriend noch tegenstander verzoenen. al te veel overtredingen bleven onbestraft. Zo werd Flemming Lund neergeduwd en was er in de tweede helft een verdachte tussenkomst van Jos Van Riel, maar telkens deed de scheidsrechter alsof zijn neus bloedde. Nadat Nadoveza alweer slordig verlengde, moest de gekwetste Ingels uit het veld en werd De Koning rechtsachter. Vanaf dat ogenblik werd KSC Lokeren ononderbroken met de rug tegen de muur gezet. Zelfs de bezoekende spitsen kwamen zich mee ingraven.
In de loopgravenoorlog verloor Royal Antwerp FC haar laatste latijn. Alfred Riedl mist een vluchtschot. De kopballen van Jos Heyligen en Karl Kodat zeilden naast de paal. De thuisploeg kon praktisch geen wig meer drijven in die gesloten verdediging, die als een blok de strijd tegen de tijd won (GvA - Frans Van Bergen - 1975-01-20).
Antwerp Clubblad zag het zo
Er is een voetbalprincipe, dat zo stevig staat als een eik: een ploeg speelt slechts zo goed als de tegenstander het toelaat. Die onbuigzame, grimmige tegenstander heette KSC Lokeren. De bezoeker trok zich in de eerste helft op aan het feit dat Kodat een paar uitstekende kansen niet kon verzilveren. Bleek achteraf bovendien tot de tanden toe gewapend om een loopgravenoorlog met succes te voeren. De driekleurige brigade was bereid om voor elke bal en voor elke meter te vechten. De score bleef blank tot het eindsignaal niettegenstaande ze de hele tweede helft in de verdrukking gespeeld werden. KSC Lokeren liet onze jongens nooit bewegingsvrijheid en was allerminst een zacht eitje (Antwerp Clubblad-21 - 15/05/1975).
|