De routine van het verweer - Heibel om een afgekeurd doelpunt
Deurne - Het witte vlagje van een lijnrechter heeft de bezoekers de gelegenheid gegeven dol dansend van vreugde om het winstpuntje, als volwaardige gladiatoren hun supporters in het Bosuilstadion te groeten. Hetzelfde attribuut van de 'waaier' in kwestie had daarentegen het effect van - u weet wel - de rode lap op de stier bij de Antwerpaanhang.
Royal Antwerp FC had al 75 minuten lang vruchteloos een doelpunt nagestreefd dat ongetwijfeld de overwinning zou hebben opgeleverd tegen een team, dat zich kennelijk weinig bekommerde om zelf te scoren, maar door een geweldig (?) tactisch verweer een punt probeerde te bewaren, toen Louis van Gaal glansrijk uit een duel met Billen kwam. De Bruggeling, tot dan toe als een kleefpleister tegen de lange Antwerpspeler aangeplakt, keek er sip bij toen hij zag dat de Antwerpse puntspeler het leder naar de vrij opgestelde Ove Eklund kon doorschuiven. De Antwerpaanvaller, voorbeeldig, duwde beheerst het leder kalm tegen de Brugse netten. Het was als een orkaan dat losbarstte boven het Antwerpstadion.
De Antwerpspelers buitelden al van plezier over de grasmat, de supporters van de Great Old sprongen dol van vreugde de armen wijd open rond in de tribunes en op de staanplaatsen. De pret was evenwel van korte duur. Nog voor de voorzet van Louis van Gaal van diens voet was vertrokken, had de lijnrechter profijtig gesignaleerd dat de bal de zijlijn overschreden had. Onmogelijk de toneeltjes die zich toen afspeelden via deze regels te verwerken: het stramien is voldoende bekend, niet waar? De bal al dan niet buiten? Neen, voor het rood-witte kamp. Ja, voor het groen-zwarte. Wie had het bij het recht eind? Feit blijft dat alle discussies hieromtrent van generlei waarde zijn. De versie van de scheidsrechter geldt immers als de juiste (sic)!
Voor Royal Antwerp FC zou het alleszins fout (sic) zijn zich vast te klampen aan die fase om zich onrechtvaardig beloond te achten voor de geleverde prestatie. In eerste instantie heeft de tweede in de standenlijst slechts sporadisch uitgepakt met het frisse, snelle en ontwapenende spel waarmee naar de top werd doorgetrokken. Er werd weliswaar fel gelaboreerd om de cijfers in het eigen voordeel te laten evolueren, maar de benen zonder het hoofd kunnen het in en voetbalmatch zelden waarmaken. De Bruggelingen zouden waarschijnlijk meer geleden hebben, mocht de tegenpartij met de snelle maneuvers van voor een paar weken hebben aangevallen.
Het kan alleszins afgeleid worden uit enkele soortgelijke nummertjes van Roger Van Gool. Dergelijke combinaties waren echter schaars. Cercle kon meestal rustig balbezit nastreven en verwerven, onbekommerd of er toch een goaltje uit de schoenen van Nielsen en of Van Haecke zou vallen. Soms gaf de nogal speciale ingesteldheid van de gasten aanleiding tot gekke situaties, waarbij de bal in extremis uit Antwerpse voeten gehaald kon worden of het leder gelukkig in hoekschop werd geduwd. De grote kracht van de bezoekers schuilde evenwel in hun tactische beheersing: individuele mandekking, waarbij De Quant zijn privé-match met Karl Kodat en Nielsen deze met Ove Eklund won. Aanvoerder Verriest stond efficiënt opgesteld als een extra schut.
Hij dichtte permanent de gaatjes terwijl Boey in het middenveld elke zweem van verdapperend tempo neutraliseerde. Albert heeft geen noemenswaardige tussenkomsten uit de mouwen moeten schudden. Als er gevaar dreigde was er immers ook nog het doelhout (en de lijnrechters). Na een goede twintig minuten won Louis van Gaal een kopduel, het leder kletste helaas als een schicht tegen het doelhout. Ook op dat gebied bleef de draw gerespecteerd.. Precies na een uur spelen trapte ook Simon rats tegen de paal aan. In de aanvangsfase van de partij onderschepte Jos Van Riel een listig balletje van Olsen, dat over de lijn dreigde te hobbelen. Daarmee is het kannetje van de scorekansen al volledig leeg (HNB - René Morren - 1974-02-11).
|