Royal Antwerp FC Archive Website

WEDSTRIJDFICHE

R.S.C. Anderlechtois R. Antwerp F.C.
1 0
01.06.1975 Plaats: Heizelstadion

Scheidsrechter: Vital Loraux

Lijnrechters:
Jan Peeters - Willy Goovaerts
Toeschouwers: 47.700

Wedstrijdverslag

Na de bekerfinale RSC Anderlechtois - R Antwerp FC

Alfred Riedl en Flemming Lund verkijken de kansen om R Antwerp FC op te monteren in monotone bekerfinale

Er heeft zondagnamidclag in het Brusselse Heizelstadion iets onwezenlijks plaatsgehad, iets wat voor voetbal moest doorgaan, maar de vijftigduizend toeschouwers in een sfeer dompeide alsof er een stille plechtigheid aan het verlopen was met een of ander vooraf bepaald monotoon ritueel. Zelfs toen scheidsrechter Vital Loraux de Belgische bekerfinale naar het verleden floot, bleef het publiek er in vrijwel alle hoeken stom bij staan. Uit de tribune steeg geen applaus op. Alleen in een verre hoek klonk het gezang van de nooit te verwoesten supporter die aan een overwinning van zijn ploeg genoeg heeft om niet te treuren over de teleurgang van de voetbalsport...

Het was RSC Anderlecht dat de Cup na negentig minuten saaiheid, in de hoogte mocht steken. De paars-witten dankten hun overwinning aan een doelpunt van de scheidende André De Nul na dertig minuten spelen in de eerste helft. De midvoor knalde in het dak van het doel. Toen hij aanlegde om het kortstondige duel van man-tegen-man af te maken, ging voor het eerst een rilling van spanning doorheen de massa. Wat er aan voorafging, was evenwel typerend voor de slordigheid van de finale. De Aalstenaar had zijn vechterstemperament nog eens later opkoken in een schijnbaar verloren strijd tegen de twee overgebleven Antwerpse verdedigers Xavier Caers en Robert Geens.

De Nul schakelde ze allebei uit in een 'hak- en grabbelstijl' door telkens weer een verloren gespeelcle bal uit een kluwen van twee paar benen mee te scharrelen. Zo geraakte hij in een ideale schietpositie en profiteerde hij van een onverhoopte kans om met kracht en precisie te mikken. In de plaats zich aan de voorsprong op te trekken, lieten de voetballers van Braems zich het initiatief ontnemen door een strijdlustiger en beter georganiseerd R Antwerp FC. De reactie van de 'Great Old' verwekte niet alleen gevaar, maar uit het offensief van het laatste kwartier van de eerste helft begon zelfs de hoop op een beter vertoon te smeulen. Tot tweemaal toe kreeg Alfred Riedl dé kans om de achterstand op te halen.

Bij zijn eerste poging stuitte hij op een flukse reactie van Jan Rutter, toen de Nederlander zijn lichaam tot een boog kromde om de snelle bal in hoekschop weg te duiken. Even later ontspon zich een gelijkaardig duel. Ruiter redde opnieuw. Dat ontlokte zijn trainer Braems achteraf de lovende commentaar dat RSC Anderleeht de beker in de eerste pleats aan zijn doelman mocht opdragen. Was hij dan ook bij deze tweede wenkende kans voor R Antwerp FC werkelijk zo groot geweest, de wonderman van paars-wit? In feite niet. Fred Riedl hielp hem mee op het podium hijsen, want in de plaats van blindelings te knallen, had de Oostenrijker beter te mikken naar een van de openstaande hoeken, waarin zelfs de beste acrobaat niet tijdig landen kon.

Laatste kans voor Flemming Lund
R Antwerp FC gaf ook na de rust een tijdlang de indruk het gevaarlijkst te zijn. Na een tijdje was het de spelers echter aan te zien dat ze de drang om te zegevieren lang was vergaan. Speelde daarbij de bijgedachte een rol dat het prestige van een bekeroverwinning niet opwoog tegen de vaststaande deelname aan een interessantere Europese beker? Dergelijke beschouwingen komen er altijd. In elk geval bezielden ze Flemming Lund niet, toen de clwerg na twaalf minuten met een kopstoot op een inzenden van Fred Riedl de lat trof. Hij wilde winnen, zoals iedereen winnen wilde. De oorzaak ligt dus elders. De nijpende vraag is wie ooit de sleutel zal vinden tot het binnentreden van een stralender voetbalrijk?

De pessimist weet daar geen raad mee. Die heeft zondag het Heizelstadion verlaten met een besluitenloosheid, die te vatten was in zijn: "Oef, het voetbalseizoen is ten einde." (Jan Pulinx - bron: onbekend - 03.06.1975).

Topschutter Alfred Riedl liet opgelegde kansen onbegrijpelijk verloren gaan

HEIZELSTADION — RSC Anderlecht dat binnen een periode van tien jaar voor de vijfde maal in het Heizeistadion verscheen voor de bekerfinale, heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt om voor de vierde keer de Beker mee near het Astridpark te nemen. Dat Bondsvoorzitter Wouters die Beker aan Van Himst mocht overhandigen, betekende geesnzins dat de paars-witte club zich sterker getoond had dan de rood-witte Antwerpenaars. De zege werd niet alleen met de miniemste score uitgedrukt, slechts zelden kon RSC Anderlecht bewijzen dat het sterker was dan R Antwerp FC. De vice-kampioenen hadden trouwens de pech dat hun topschutter Alfred Riedl, gisteren op zwakke benen rondliep.

Met zijn normale trefzekerheid had hij minstens voor een paar doelpunten gezorgd. De kansen die hem voor zijn sterke linkervoet vielen, kon hij ditmaal niet benutten, omdat hij het klaarblijkelijk te goed wilde doen! Het duurde lang voor er vaart in de Bekerfinale kwam. Het tempo lag aan de lage kant, opwindende fazes bleven uit, alles beperkte zich tot middenveldspel waarin RSC Anderlecht blijk gaf speltechnisch beter uit de voeten te kunnen, zonder dat dit aanleiding gaf om gevaarlijk in de aanval te trekken. Tot aan het enige Anderlechtdoelpunt bleef het bij een rustige partij waarin men slechts af en toe de rivaliteit kon erkennen die doorgaans in bekerwedstrijden besloten ligt.

Kansen
Tegen de meer gegroepeerde Anderlechtstijl stelde R Antwerp FC de verre voorzetten van Jos Heyligen richting Flemming Lund en van Karl Kodat richting Alfred Riedl. Meer dan heel wat terugspeelballen richting Ruiter bracht dit alles niet op. Het duurde tot de twintigste minuut voor een van die terugspeelballen van Van Himst, Ruiter tot een eerste parade verplichtte voor de goed gevolgde Karl Kodat. Dit bracht de supporters meteen even in beroering. Hun inspanningen om de spelers tot meer ijver en inzet aan te zetten, bleef al van even korte duur als de inspanningen die op de uitstekende grasmat gelegd werden.

Dat RSC Anderlecht in die omstandigheden de leiding zou nemen, gebeurde alleen omdat De Nul, die zijn handtekening al neerschreef bij R Union SG, in zijn dagje was en van een slechte voorzet van de niet opvallende Haan gebruik kon maken. En dat alleen maar omdat zowel Xaiver Caers als Robert Geens , die nochtans een erg rustige en berekende wedstrijd speelde, door het aandringen van de Anderlechtspits van de kook geraakten zodat hij alleen voor de kansloze Jean Trappeniers kon verschijnen.

In de periode die op het doelpunt volgde, kreeg R Antwerp FC voldoende rijpe kansen om RSC Anderlecht definitief van het veld te vegen. Oordeel zelf: 37' een doorsteek van Karl Kodat zonderde Riedl, van wie de Anderlechtverdedigers verkeerdelijk dachten dat die buitenspel stond, af voor Ruiter. In de plaats van keihard af te drukken trachtte hijde bal te plaatsen wat de uitgelopen Ruiter toeliet te redden. 38' Jos Heyligen vond de afgezonderde Karl Kodat die gevolgd door Broos, in de richting van het Anderlechtdoel trok en samen met de verdediger ten val kwam, zodat Ruiter nogmaals kon redden.

39' Fred Riedl, in buitenspel, trof de doellat om in de 41e minuut nogmaals alleen voor Ruiter op te duiken, zonder ook ditmaal de doelman voorbij te kunnen schieten! RSC Anderlecht speelde inderdaad het gevaarlijke buitenspelspelletje dat niet klopte

Veldmeerderheid
Dat ene doelpunt voorsprong bleek voor RSC Anderlecht uiteindelijk voldoende. Het liet De Nul nog nadrukkelijker afgezonderd vooraan, liet R Antwerp FC de veldmeerderheid die nochtans nooit zover ging dat de paars-witten er het noorden bij hadden kunnen verliezen. Daarvoor was het maakwerk van Réne Desaeyere en Jim De Schrijver niet voldoende afgewerkt zodat de overal opduikende Karl Kodat ook nog voor de bevoorrading moest gaan zorgen. R Antwerp FC bracht op die manier een groot gedeelte van de tweede speelhelft in het Anderlecht-gebied door, maar tot meer dan enkele door Alfred Riedl steeds opnieuw in de muur geschoten vrijschoppen, een buitenspeldoelpunt van de zelfde Aldred Riedl en een enkele gevaarlijke kopbal van Flemming Lund leidde dit niet.

De tienduizenden toeschouwers zouden trouwens geen enkel doelpunt meer kunnen toejuichen. Ook Anderlecht kon, steeds vanuit een versterkte verdediging rond Van den Daele, de bal niet meer voorbij Jean Trappeniers krijgen. Ook al bood zich voor Rensenbrink na een glasheldere, voorzet van Coeck, nog een gelegenheid aan die de Nederlander zonder blozen op de Antwerpdoelman stuk schoot. Ook de inbreng van Louis Van Gaal bracht de rood-witten niet meer op een hoger toerental, zodat zij in de nederlaag, hoe nipt ook, moesten berusten en de Beker na een eerder vriendschappelijke wedstrijd, aan een allesbehalve overtuigend RSC Anderlecht moesten laten (bron: onbekend - 02/06/1975).


(bron: de pers - 02/06/1975)

Statistieken

R.S.C. Anderlechtois R. Antwerp F.C.

Elftallen

Jan Ruiter
Gilbert Van Binst
Hugo Broos
Erwin Vanden Daele
Jean Dockx
Arie Haan
Ludo Coeck
Paul Van Himst
François Van der Elst
André De Nul
Rob Rensenbrink
Jean Trappeniers
Jos Van Riel
Jos Velser
Bob Geens
Xavier Caers
Jos Heyligen
René Desaeyere
Jim De Schryver
Flemming Lund
Karl Kodat
Alfred Riedl

Wissels

0 Jos Heyligen (uit)/
Louis van Gaal (in)
75'
 

Begin Match
Gilbert Van Binst      
30' André Denul 1-0      
Ruststand 1-0
90' Eindstand 1-0 90'
TERUG